“Eensgezind”.

Column over Holwerd in de Leeuwarder Courant, d.d. 12-09-2015

Eensgezind
De Statsjonswei. ,,Dat neamden wy it fine eintsje.’’

Holwerd aan Zee. Optimistisch werkt een gemeenschap met veel elan aan een prachtig plan, en tegelijkertijd aan haar toekomst, om de krimp te weerstaan, om nieuwe tijden aan te kunnen. Een nieuwe dynamiek waart door het eensgezinde dorp.

Nog geen 75 jaar geleden was Holwerd verre van eensgezind. Het was een hoofddorp met door geloofsrichtingen strikt gescheiden groeperingen. Luister maar Rjim Bierma-Steigstra, ze is net 95 geworden, maar scherp als een jonge meid. Vraag haar naar het Holwerd van vroeger en ze vertelt.

Ze vertelt van de finen en de grouwen, van de doopsgezinden en de socialisten. Hoe de jeugd op zondag door het dorp flaneerde, strikt gescheiden De openbaren door de Buorren, de christelijken over de Statsjonswei. ,,Dat neamden wy it fine eintsje.’’

En toch,  soms mengden ze zich, voorzichtig, gedreven door nieuwsgierigheid, gevoed door de hormonen. Er was een straathoek waar finen en grouwen elkaar konden zien, in de verte, en soms staken een paar vermetele jongens over naar de andere kant, naar de meisjes. Dan werden er een paar woorden, een paar blikken gewisseld.

Zo leerde de hervormde Rjim de gereformeerde Igle Bierma kennen. Ze kregen zowaar verkering en toen Igle in 1940 als soldaat terugkeerde in Holwerd, toen trouwden ze. Het huwelijk zou Igle vrijwaren van de Duitsers werd er gezegd, want de Duitsers zouden de getrouwde mannen ongemoeid laten.

De schoonmoeder van Rjim wilde dat ze in de kerk trouwden. ,,Yn hokker tsjerke?’’, vroeg Rjim en haar schoonmoeder zei: ,,Yn de grifformearde fansels.’’ ,,Wêrom net yn de herfoarmde?’’, vroeg Rjim. Ze kwamen er niet uit en ze trouwden in geen enkele kerk, alleen voor de burgerlijke stand.

Dat was nog in een tijd, dat er op zondag niet werd gesport. Dat heit Steigstra zich kwaad maakte, dat dat niet mocht. Dat hij zei: ,,As sille  se ek de hiele dei yn tsjerke sitte wolle, ik sil der neat fan sizze, mar lit my keatse op snein.’’

Gestaag vonden er toenaderingen plaats, gestaag werden de verschillen kleiner en steeds vaker werd er samengewerkt. Nu is er één voetbalclub, één kaatsclub, één dorpsfeest, één multifunctioneel centrum. Alleen de scholenen de beide korpsen, het openbare Crescendo en het christelijke De Bazuin, bleven tot nu toe buiten die ontwikkeling. Rjim Bierma zegt:  ,,Se spylje leau ‘k net yn deselde toan of sa.’’

Dat doet herinneren aan Hallum. Vlak na de oorlog, vertelde mijn voormalige chef Germ Beintema en oud-inwoner van Hallum, ooit, op het bevrijdingsfeest, zouden de beide corpsen van Hallum – christelijk en openbaar- gezamenlijk het Wilhelmus spelen. Het moest de opmaat van de eenwording worden. Ze repeteerden echter onafhankelijk van elkaar en toen de uitvoering daar was, toen bleken ze in verschillende toonsoorten te spelen. Het heeft het samengaan nog jaren opgehouden.

Helemaal afgerond is de eenwording in Holwerd nog niet. Nog komt Rjim Bierma soms mensen tegen, Holwerters, die ze niet kent. Omdat ze er niet mee is opgegroeid, omdat ze zo lang onafhankelijk van elkaar hun dorpse dingen deden.

Maar zo’n plan als Holwerd aan Zee, dat doet de laatste onderlinge verschillen nog kleiner worden. Eensgezind, dat zijn ze steeds meer in het dorp. De Stasjonswei en de Buorren zijn nu van iedereen.