HET DORP HOLWERD

Holwerd is als terpdorp ontstaan langs de rand van de Waddenzee. Visserij en handel waren ooit een belangrijke bron van inkomsten. De historische ontwikkeling van de kern en de hoge bebouwingsdichtheid heeft bijna stedelijke proporties aangenomen. In Friesland staan dergelijke, naar stad neigende dorpen als ‘vlecke’ bekend. Verder was het karakter van de kern, zoals de meeste terpdopen, vooral agrarisch van aard. Holwerd staat verder bekend als vertrekpunt voor de veerdienst met Ameland.

Cultuurhistorische kernkwaliteiten Holwerd

Ontwikkeling en ruimtelijke structuur
Het dorp Holwerd is gebouwd op een dubbele terp. De nederzetting ligt op een langgerekte terp en heeft een intensief bebouwde hoofdstraat. Als type staat deze structuur bekend als ’handelsterp’. De middeleeuwse zeedijk sluit aan weerszijden op deze terp aan. Deze dijk had tot 1580 een waterkerende functie, vanaf dat jaar diende de huidige zeedijk als zodanig. De kerk ligt op een eigen terp – ‘kerkterp’- ten noorden van de handelsterp en was dus tot 1580 buitendijks gelegen. Holwerd heeft een zeldzame dorpsvorm binnen de algemene typologie van terpdorpen, zeker wanneer deze als dorp is blijven bestaan en niet tot een stad is uitgegroeid (zoals Dokkum en Leeuwarden). In het geval van Holwerd is de situering van handelsterp en kerkterp ten opzichte van elkaar en de relatie met beide zeedijken vrijwel uniek in Friesland.

Holwerd had als handelsnederzetting eigen marktrecht sinds het midden van de vijftiende eeuw. Hoewel handel en markt in de loop van de tijd wel aan belang hebben ingeboet is een verzorgende functie voor het dorp altijd gebleven. Deze status komt tot uiting in de hoge bebouwingsdichtheid van de handelsterp, verschillende kerken en bijzondere gebouwen met een aan het bestuur of de handel gerelateerde functie. De agrarische functie is alleen nog langs de oostrand van de terp in de vorm van enkele boerderijen aanwezig. Kenmerkend voor de handelsterp is de grote dichtheid aan bebouwing op de terp en de minder intensieve bebouwing naar de randen toe. De dorpskern heeft daardoor een ‘stenig’ karakter, openbaar of particulier groen spelen een ondergeschikte rol in het dorpsbeeld. Voortuinen ontbreken bij een groot deel van de bebouwing, voorgevels staan direct aan de openbare weg. De hoge bebouwingsdichtheid, met aaneengesloten gevelwanden langs de hoofdas (Hegebuorren, Foarstrjitte) was al in 1830 aantoonbaar aanwezig en ook de minder gedetailleerde Schotanuskaart van 1718 geeft een dichte bebouwing langs deze hoofdas aan. Een groot deel van de huidige bebouwing op de terp heeft cultuurhistorische waarde vanwege het historische karakter van de rooilijn, bebouwingsschaal en bebouwingsbeeld.

Op het kadastrale minuutplan van 1830 ligt een klein deel van de bebouwing direct ten zuidoosten buiten de terp. De uitbreidingen sindsdien, die vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw speelden, hebben aansluitend daarop en in geringe mate aan de zuidkant van het dorp plaatsgevonden. Aan de uitvalsweg Stasjonswei staan bijvoorbeeld vrijstaande woningen in een afwisselende architectuur. Verder worden de uitbreidingen gedomineerd door rijen eengezinswoningen uit de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw van een homogene architectuur. De straten in deze uitbreidingen hebben een opmerkelijk breder profiel dan op de terp. Omdat de uitbreidingen van Holwerd uitsluitend aan de zuid- en zuidoostzijde van het dorp plaats vonden is solitaire ligging van de kerkterp goed herkenbaar gebleven en een markant landschappelijk gegeven. In tegenstelling tot de handelsterp speelt bij de kerkterp (openbaar) groen juist wel een rol in het beeld, door het grotendeels onbebouwde karakter van de terp, waarvan de flanken grotendeels zijn afgegraven. De onbebouwde terreinen zijn als grasland aanwezig, rond het kerkhof is hoog opgaand geboomte en (gedeeltelijk) een haag aanwezig.

Stedenbouwkundige verbijzonderingen en landmarks:

  • plaats en vrijliggende positie van de kerk op de terp;
  • situering gereformeerde kerk (Amsterdamse Schoolstijl);
  • de monumentale hervormde kerk in de Stationsstrjitte;
  • de afwijkende rooilijn van de restanten van de Bongastate in de Stationsstrjitte;
  • een cluster van agrarische bebouwing aan de noordoostzijde van de handelsterp;
  • afsluitende boerderij in lintbebouwing Ljouwerterdyk;
  • zichtas met zicht op markant gebouw aan eind Foarstrjitte;
  • de gesloten gevelwanden aan Hegebuorren, Foarstrjitte;
  • de stenen stoepen aan de voorzijde van de huizen aan de Hegebuorren;
  • door maat en schaal afwijkende panden in dorpsbeeld: div situaties Foarstrjitte;
  • bijzondere hoeksituaties (stedenbouwkundig accent; situatie waar de architectuur op inspeelt): hoek Foarstrjitte / Bosma’s Plein.
  • bijzondere hoeksituaties: hoek Bosma’s Plein / Klokstrjitte, m.u.v. de blinde gevel en onduidelijke opzet aan de noordwestzijde;
  • molensituatie: vrijliggend cluster van woon- en bedrijfsgebouwen;

Specifieke kenmerken archeologie en gebouwd erfgoed

Zowel de kerkterp als de gehele dorpskern zijn belangrijke archeologische monumenten. Op de archeologische monumentenkaart (AMK) wordt de dorpskern als van hoge archeologische waarde gekenschetst. Het gebied aan weerszijden van de Hegebuorren is zelfs van zeer hoge archeologische waarde. Op de FAMKE is de dorpskern vrijwel geheel aangeduid als terrein waar moet worden gestreefd naar behoud in situ. Kenmerkend voor Holwerd is de kleinschalige bebouwingstypologie en verkavelingsstructuur. In Holwerd staan twaalf gebouwde rijksmonumenten. In de dorpskom of in de directe omgeving daarvan zijn dat de Nederlands-hervormde kerk en toren, de doopsgezinde kerk, molen De Hoop, en vier woonhuizen (daterend van achttiende tot halverwege negentiende eeuw). De oude hervormde ook wel Willibrorduskerk, is in Lodewijk XVI-stijl opgetrokken op een L-vormige plattegrond. De kerk is in 1776 gebouwd op de resten van de gesloopte tufstenen, romaanse voorganger. In de nieuwbouw werden spolia gebruikt: een in maniëristische stijl opgetrokken zandstenen poortje (ca. 1640) en een gedenksteen van de dijkaanleg (1580). De bakstenen toren was ooit vrijstaand en dateert uit het begin van de dertiende eeuw. Rond 1660 kreeg de toren de huidige spits. In de achttiende eeuw werd het bouwwerk ingrijpend hersteld. Stellingmolen De Hoop is een achtkantige bovenkruier die in gebruik was als koren- en pelmolen. De molen is eigendom van de Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel. Verder vermeldenswaardig zijn de doopsgezinde zaalkerk met een, voor die tijd typische, imponerende neoclassicistische, gepleisterde voorbouw uit 1859. De naoorlogse bebouwing in de Fonteinstrjitte is opgetrokken in een traditionele bouwstijl met rode baksteen en rode dakpannen. Deze bouwstijl wordt ook wel ‘Delfts Rood’ genoemd vanwege de relatie met de Delftse School-architectuur.

Het gebouwd erfgoed in Holwerd is een mooie vertegenwoordiging uit de bouwgeschiedenis van Holwerd. Het laat zien dat het dorp in het verleden welvarende tijden heeft gekend die sporen in driedimensionale vorm heeft achtergelaten. Daarbij dringen ook de nieuwste bouwstijlen door. Van kerk, tot burgerwoonhuizen en diverse utilitaire architectuur, alles is vertegenwoordigd.

Landschappelijke context

De landschappelijke context van Holwerd wordt bepaald door de ligging in het weidse landschap, met bijzondere kwaliteiten voor vooral het noordelijk deel van het dorp. Het betreft de min of meer vrije ligging van de kerkterp. De kerk en molen van Holwerd zijn in de wijde omtrek zichtbaar. Daarnaast kunnen de relatie van het dorp met (oude) zeedijken en de zestiende-eeuwse inpolderingen en de situering nabij de Waddenzee genoemd worden. De vrije ligging van de kerkterp in het weidse landschap wordt enigszins teniet gedaan door een bedrijventerrein ten noorden van het dorp.

Toekomstperspectief

Holwerd heeft vanwege zijn gunstige ligging ontwikkelingspotentie voor nieuwe recreatieve functies.De Waddenzee en de veerboot naar Ameland bieden in combinatie met de bijzondere geschiedenis en het aanwezige culturele erfgoed van het dorp aanknopingspunten. Recreatieve functies kunnen als nieuwe economische dragers helpen de negatieve spiraal van krimp te doorbreken. De krimp van de bevolking heeft verder als gevolg dat de economische basis voor voorzieningen afneemt. Bestaande voorzieningen kunnen geherstructureerd gaan

Bron Krimp in de beschermende dorpsgezichten van Dongeradeel