Rapport Kennistafel ‘Spoelmeer Holwerd aan Zee’

juli 13, 2015

Rapport Kennistafel ‘Spoelmeer Holwerd aan Zee’

Het rapport “Spoelmeer Kennistafel Holwerd aan Zee” is online. Het Programma naar een Rijke Waddenzee en de Waddenacademie hebben begin juni deze Kennistafel georganiseerd in Leeuwarden. De bevindingen van deze Kennistafel kunt u hieronder downloaden:

Samenvatting

Aanleiding voor de Kennistafel is het initiatief ‘Holwerd aan Zee’. Het idee van dit initiatief is om Holwerd weer in contact te brengen met de Waddenzee, door aanleg van een binnendijks getijdebekken. Dat heeft uiteraard diverse sociaal-economische en ecologische effecten, maar een getijdebekken doet ook nog iets anders: het zal de eb- en vloedbeweging in de vaargeul Holwerd-Ameland versterken. Hierdoor ontstaat een spoelwerking in de geul (vandaar de hier gebezigde term ‘spoelmeer’), die ervoor kan zorgen dat er minder gebaggerd hoeft te worden in de vaargeul Holwerd-Ameland. Dat is van belang omdat het baggerwerk daar de laatste jaren sterk is toegenomen, waardoor ook de kosten sterk zijn gestegen.

Een spoelmeer zou zodoende voor een belangrijk extra voordeel van ‘Holwerd aan Zee’ kunnen zorgen. Evenwel is er nog geen gedragen beeld over de vermindering van de baggerinspanning die daarmee veroorzaakt kan worden. In opdracht van de provincie Fryslân hebben daarom Programma naar een Rijke Waddenzee en De Waddenacademie een expertsessie (‘Kennistafel’) georganiseerd over het vraagstuk. De Kennistafel is gehouden op 10 juni 2015.

De vraagstelling voor de Kennistafel is louter gericht op de fysische kant van de baggerproblematiek en de mogelijke inwerking van het samenstel van spoelmeer en bijbehorende infrastructuur daarop. De sociaal-economische of de ecologische effecten ervan zijn dus niet beschouwd. De veerverbinding Holwerd-Ameland is als een gegeven beschouwd.

Na analyse van de baggerproblematiek in de vaargeul Holwerd-Ameland concludeert de Kennistafel dat er waarschijnlijk sprake is van twee zeer verschillende mechanismen die de problematiek veroorzaken:

• De vorming van een ‘fluid mud’ laag1 tegen de bodem van de vaargeul, die zorgt voor slibbig baggermateriaal. De vorming hiervan wordt waarschijnlijk gestimuleerd door het terug in de vaargeul brengen van dit baggermateriaal, waardoor deze fractie sinds enige jaren sterk is toegenomen. Mogelijk heeft het gebruik van pumpjets voor de aandrijving van de veerboten ook invloed hierop.

• De afname van de omvang van de geul door morfologische ontwikkelingen (stijging van de wadbodem), waardoor ook de zandigere baggerfractie toeneemt. Dit is een veel geleidelijker proces, dat zich al enige decennia voordoet.

In de huidige situatie, waarin het jaarlijkse baggervolume ongeveer 1,6 miljoen m3 is, hebben deze twee baggerfracties waarschijnlijk ongeveer een gelijk aandeel, van ieder circa 800.000 m 3 per jaar.

1 Onder ‘fluid mud’ wordt verstaan: de enigszins stroperige substantie die ontstaat wanneer water met een zeer hoge concentratie slib wordt gemengd. www.waddenacademie.nl

De Kennistafel heeft het effect beschouwd van een qua bedrijfsvoering regelbaar spoelmeer van 35 hectare, met bijbehorende infrastructuur (verbindingsgeul en stroomgeleidingswerk bij de kop van de veerdam). De belangrijkste bevinding is dat de extra stroming die zo’n spoelmeer veroorzaakt waarschijnlijk heel verschillend inwerkt op de twee baggerfracties. De effectiviteit van het spoelmeer wordt als volgt ingeschat:

• op de fluid-mudfractie: 50-100% vermindering;

• op de zandigere fractie: 10-30% vermindering.

De Kennistafel verwacht op grond hiervan dat door de aanleg van een spoelmeer (met de bijbehorende infrastructuur) inderdaad een snelle en substantiële vermindering van het baggervolume in de vaargeul Holwerd-Ameland kan optreden, ter grootte van 500.000- 1.000.000 m3 per jaar, ofwel een derde tot ruim de helft van het huidige baggervolume. Het jaarlijkse baggervolume dat na de instelling van het spoelmeer resulteert, kan op een termijn van enige decennia echter toch weer gaan stijgen door een langzaam verdergaande verzanding van de vaargeul.

De Kennistafel beveelt aan om ook andere manieren te onderzoeken om de fluid mud fractie te verwijderen, zoals het verspreiden van deze fractie op de huidige verspreidingslocaties (waar ook de zandigere sedimentfractie heen wordt gebracht), of nog verder richting Noordzee. Het kan tevens nuttig zijn om de invloed van de aandrijvingsmethode van de veerboten op de fluid-mudvorming nader te onderzoeken.

De Kennistafel wijst erop dat de gemaakte analyse in zeer kort tijdsbestek en met eenvoudige analysemethoden tot stand is gekomen. Een beleidsbeslissing over al dan niet uitvoering van een spoelmeer vergt de inzet van een twee- of driedimensionaal hydrodynamisch model, gekoppeld aan nader onderzoek van het sedimentgedrag. Ook de fluid-mudvorming en de invloed van de bagger- en verspreidingspraktijk daarop dient nader te worden onderzocht. Daarnaast verdient het aanbeveling om de mechanismen achter de wadbodemstijging in de omgeving van de vaargeul te onderzoeken, zodat duidelijker wordt waar deze trend op de lange termijn heengaat.

Klik op deze link om het rapport te lezen.